Kris en Lisanne waren op het Pad van de Pianist - Deel 8: Op de tweede dag van april


Kris Kremers en Lisanne Froon waren nog in leven, op de dag dat de zoektocht begon naar hun verhaal. Ze hadden nog gered kunnen worden. Alles had nog kunnen eindigen met opluchting, tranen en angst. Met gebibber en geknuffel. Met journalisten en politieagenten. Persconferenties. Gepraat op televisie. De journalisten en politieagenten kwamen er. Maar Kris en Lisanne werden nooit meer teruggevonden. Een rugzak met mysterieuze inhoud. Een paar botten. Een gebroken voet in een schoen... Op de tweede dag van april begon de zoektocht. Een reis langs alle vraagtekens. Een zoektocht naar een verhaal. Een zoektocht naar de waarheid.

Het is nog vroeg in de ochtend als Feliciano Gonzalez, die als gids talloze toeristen heeft rondgeleid in de omgeving van Boquete, aankomt bij de taalschool van Spanish by the River. Het is een mooi huis. Kleurrijk. Met mooie houten luiken. Met een hangmat voor de ingang. Het is de ontsnapping die je zoekt, ver weg van alle stress en geschreeuw en lawaai... Hier is alleen rust, en mooie groene heuvels. Het ochtendlicht is aangenaam en warm. De kleuren lijken meer tot leven te komen. Feliciano voelt zich kalm en op zijn gemak. Tot hem toch een angstaanjagend gevoel bereikt. Het gevoel van kalmte is weg. Het is overal leeg, denkt hij ineens. Er is niemand in of bij de taalschool. Dat de twee Nederlandse meisjes waar hij mee heeft afgesproken er nog niet zijn is niet zo vreemd, maar er is iets...

Hij ziet ineens een jonge blonde vrouw aan komen lopen, ze is opvallend wit gekleed. Ze is nog niet uitgeslapen. Maar de dag begint vroeg op de taalschool. Feliciano herkent haar meteen en loopt op haar af. De jonge vrouw is Eileen. De Duitse studente die hier pas een paar dagen is, als stagiair. Als de manager van de taalschool. Ze moet nog erg wennen aan zowel haar nieuwe functie als de nieuwe omgeving. De vorige manager was ineens halsoverkop vertrokken. Ze werd gevraagd - bijna gesmeekt - om de plek van de vluchter in te nemen. In elk geval totdat iemand anders het voor langere tijd zou kunnen overnemen.
'Ik ben je eeuwig dankbaar, echt waar!' klonk het aan de andere kant van de telefoonlijn. 'Ik zal het allemaal in orde maken, je hoeft je nergens zorgen over te maken. Boquete is geweldig. Je gaat een leuke tijd tegenmoet.' voegde de telefoonstem eraan toe.
Ze is nog half-wakker als Feliciano haar aanspreekt.

Hij wenst haar een fijne ochtend toe, en begint meteen over de holandesas.
'Ze zijn er niet!' zegt hij.
Hij klinkt niet alleen bezorgd maar ook licht paniekerig. Eileen kijkt hem eerst vragend aan, en realiseert zich ineens dat hij het heeft over Kris en Lisanne, de opvallende dames die hier al een paar dagen zijn. Die opvallende dames die zij inmiddels al redelijk goed kent.
'Kris en Lisanne, toch? Jullie zouden op pad gaan...'
Ook zij begint zich al snel zorgen te maken. Er is het gevoel. Een eng, angstaanjagend gevoel. Er is iets mis. Gruwelijk mis. Tot die conclusie komen ze allebei al heel snel.
'Wacht even,' zegt Eileen,'ik ben zo terug.'
Ze gaat snel naar binnen, nadat ze de deur heeft opengemaakt van de taalschool, en komt even later naar buiten met een papiertje.
'Hier zitten ze.'
Feliciano ziet het adres van iemand die hij erg goed kent. Het is het adres van Miriam Guerra, een dame uit Boquete die een kamer altijd beschikbaar heeft voor opgewonden studentes.
'Kom, we gaan erheen!' zegt hij, en begint alvast te lopen.

Niet heel veel later - het huis van het gastgezin is vrij dichtbij - staan Eileen en Feliciano voor de deur. De deur is dicht. Feliciano slaat op de deur met zijn hand. Niemand doet open. Zowel hij als Eileen beginnen steeds meer te beseffen dat er iets is gebeurd, dat de holandesas iets is overkomen. Hij belt Miriam op. Eileen hoort hoe de telefoonstem van Miriam Feliciano vertelt hoe Kris en Lisanne de vorige avond niet zijn thuisgekomen. Ze had gekookt. Maar Kris en Lisanne kwamen niet. Ook niet diep in de nacht. Ook zij is bezorgd, en heeft het idee dat er iets gruwelijk niet in orde is.
'Ik heb een sleutel verborgen in de tuin.' zegt Miriam. 'Ga naar binnen. De kamer van de meisjes is meteen de eerste deur links. Klop pp de deur, en als ze er niet zijn, ga dan naar binnen.'
Zo gezegd, zo gedaan. De handen van Feliciano trillen als hij de sleutel in het slot laat glijden. Eileen ziet lijkbleek. Snel gaan ze naar binnen, en kloppen op de deur van de kamer. Stilte. Er is niemand. Feliciano en Eileen lijken elkaar aan. Niemand. Snel doet Feliciano de deur open en treedt de kamer binnen. Het is een surrealistisch tafereel. De vloer een kleurloos grijs. De wanden een mooi appelgroen. Zachtroze licht vanuit de ramen vult de kamer! Twee bedden. Van mooi hout. De bedden zijn onbeslapen. Bij zowel Eileen als Feliciano lopen de rillingen over de rug. Geen van hen durft iets te zeggen. Ze kijken rond. De kamer is chaotisch. Spullen, spullen, spullen. Kleding. Ook op de bedden. Op een van de bedden ligt het visitekaartje dat Feliciano de dag ervoor aan de dames had gegeven. 'Je kan me altijd bellen!' had hij eraan toegevoegd.
Feliciano begint te zoeken. Ook al weet hij niet naar wat. Hij weet dat hij iets moet doen. Maar wat?
'We moeten naar de politie.' zegt Eileen.
'De politie...' begint Feliciano.
Hij maakt de zin niet af. Hoe moet hij Eileen uitleggen dat de politie niet te vertrouwen is. Dat er mensen worden vermoord? Dat er mensen verdwijnen in het gebied waar Kris en Lisanne - bijna zeker - naartoe zijn gegaan; het Pad van de Pianist. Jungle hell. Mensen die het Pad volgen en bewandelen... verdwijnen.
Hij kijkt Eileen aan en zegt: 'We moeten hier weg.'

De zon is al hoog de hemel in geklommen. De lucht is blauw. De koffiestruiken zien er mooi uit in het zonlicht. Feliciano roostert de koffiebonen, om koffie te maken voor Eileen. Eileen is bang. Er is veel om over te praten. Feliciano en Eileen praten over Kris en Lisanne. Over hun verdwijning. En wat dit betekent. Feliciano vertelt Eileen over hoe er talloze menen zijn verdwenen, die El Pianista hebben bewandeld. Hoe mensen verdwenen in het immense gebied dat ligt achter de Top. Het is een mooi gebied, maar met duistere geheimen. Hij kent iedereen. De boeren, de indianen, de toeristen. Officials. Hoteleigenaren. Er is een duistere wereld die schuilgaat onder deze pittoreske werkelijkheid. Hij vertelt Eileen over de kartels.
'Drugskartels, bedoel je?' vraagt Eileen.
'Cocaïne.' zegt Feliciano. 'En het gaat allemaal jullie kant op. Of in ieder geval een groot deel.'
Hij vertelt Eileen hoe de politie niets deed om de moorden op te lossen. Sterker nog, de politie is zelf ook niet koosjer. Hij vertelt Eileen over de indianen die werden vermoord door gemaskerde agenten, en hoe een helderziende had geholpen de lijken te vinden.
'De politie,' zegt hij, 'zij horen er ook bij.'
'Waarbij?' vraagt Eileen.
'De moordenaars. Ze hebben al veel mensen vermoord.'

Eileen heeft ook verhalen. Ze vertelt Feliciano over hoe er allemaal vreemde dingen gebeurden bij Spanish at Locations. Over mensen waar ze een vreemd gevoel bij had. Er werden vreemde dingen gezegd, en er gebeurden vreemde dingen. Een aantal mensen leken te weten van een geheim. Of meerdere geheimen. Waar zij niets van af mocht weten.
'Het klopt allemaal niet.' zegt Eileen. 'Er is iets echt niet in orde.'
'Die baas van jou ook... Ik weet het niet.' zegt Feliciano.
'En ze wilden dat ik meeging!' zegt Eileen ineens.
Feliciano kijkt op, van achter de geroosterde koffie.
'Ze wilden dat ik meeging...'
Eileen zwijgt, en zegt niets meer.

Kris en Lisanne wilden naar het Pad van de Pianist. Dat was duidelijk. Daar was over gepraat. Feliciano had de vrouwen zelfs een full package tour aangeboden. Maar Kris en Lisanne weigerden. Het was voor Feliciano wel duidelijk dat zij het Pad zelf wilden bewandelen. Maar ze wilden wel met hem de volgende dag naar een aardbeienboerderij in de buurt. En ook op zaterdag naar de beroemde vulkaan Barú. Hij had zich erop verheugd, om Kris en Lisanne dit alles te laten zien, zoals hij met talloze andere mensen heeft gedaan. Het waren leuke dames, met gevoel voor humor. En nu...

Zou Feliciano iets hebben geweten dat Eileen niet wist? Hij kent iedereen, in Boquete en omgeving. En toen Kris en Lisanne werden aangevallen in het bos moeten mensen dat hebben gehoord, hebben gezien. Er wonen mensen langs het Pad. Redelijk veel mensen zelfs. En het Pad wordt ook gebruikt door boeren uit de omgeving. In een video waarin de ouders van Kris het Pad bewandelen, waar het voor hun dochter allemaal misging, duiken ineens heel veel koeien op, die rustig langs de Top richting Boquete worden geleid. Had Feliciano iets gehoord? Maar kon hij dit - natuurlijk - niet vertellen uit angst zelf te worden ontvoerd en vermoord? Als hij meer wist kon hij dit nooit aan de politie vertellen; ook bij de politie zitten de handlangers van de kartels...

De doodsbange Eileen durft niet terug te gaan naar de taalschool. Zowel zij als Feliciano beseffen heel goed dat er iets is gebeurd met de holandesas. Ze zijn ontvoerd. Of misschien zelfs vermoord. Zouden ze ergens worden vastgehouden? Kunnen ze nog gered worden? Zijn ze misschien ergens in de jungle, wanhopig wachtend op hulp... Het gevoel is heel sterk. Ook Feliciano en Eileen zijn in gevaar. Ze besluiten naar de politie te gaan. Als de avond valt. Er moet hoe dan ook aangifte worden gedaan van de verdwijning van de twee Nederlandse vrouwen. Ook al zou de politie niets doen. En ze hoeven er niet bij te veertellen wat ze weten of vermoeden... Eileen beseft dat zij ook verdwenen had kunnen zijn. Ze wil zo snel mogelijk weg. Weg uit Boquete. Weg uit Panama. Weg bij Spanish at Locations...

Feliciano en Eileen zullen nog één keer terugkeren naar de onheilspellende kamer, waar de spullen van Kris en Lisanne nog op de onbeslapen bedden liggen. Angstaanjagend. Ook zal Eileen - met trillende handen - nog één keer terugkeren naar haar bureau. Heel kort. Ze zal tegen haar baas Ingrid Lommers zeggen dat ze zo snel mogelijk weg wil. De tranen rollen over haar wangen als ze smeekt om overplaatsing.

Op de tweede dag van april komt een storm op gang. Something the world has never seen. Het is een zoektocht van ongekende omvang! De verdwijning van Kris en Lisanne sleept tallozen mee in het verhaal. Iedereen wil weten wat er is gebeurd. Iedereen. Er wordt gezocht en gezocht en gezocht. De politie. Het leger. Sinaproc. Mensen uit Boquete die zichzelf aanbieden als vrijwilliger. Er worden flyers verspreid, en posters opgehangen. Er wordt gebeld en gepraat. De kranten. Het nieuws op televisie. Internet. De oneindige elektronische wereld waarin het verhaal van de verdwenen Kris en Lisanne zal blijven leven! Oneindig...

Ook de mensen van Spanish at Locations zoeken. Ingrid Lommers komt op de radio. Op televisie. En looft een beloning uit. Het nevelwoud vult zich met mensen, die zoeken en zoeken en zoeken. Ook als het regenseizoen aanbreekt. En de mensen doorweekt door de modder lopen. Er komen helikopers, die zoemen in de blauwe - en daarna onheilspellend grijze - lucht boven het nevelwoud. Zoeken. Zoeken naar Kris en Lisanne. Maar ze vinden niets. Als de ouders aankomen in Boquete - het is dan een week later - zijn ze de wanhoop nabij. Er is nog geen spoor van de twee vrouwen. Ook al zoeken er nog zoveel mensen. Ook al hebben zoveel mensen verteld wat ze weten over Kris en Lisanne. Er wordt gepraat en er wordt geluisterd. Er wordt geschreven. Er wordt gehuild. Er wordt gezocht.

Ook Feliciano begint te zoeken. Samen met zes indianen en nog een vriend. Maar ook zij vinden niets. Ingrid Lommers zal na een aantal dagen vol overgave te hebben meegezocht ineens... verdwijnen. En niemand hoorde nog iets van haar. Ook Eileen zal verdwijnen. Ook al is het niet duidelijk wanneer, en hoe. Bleef ze nog in Panama tot het einde van haar stage? Of keerde ze al snel terug naar Nederland, en daarna naar Duitsland? Niemand zal het ooit nog weten. Mysterie na mysterie na mysterie maken het woud van het verhaal. Het verhaal van twee vrouwen die het Pad van de Pianist kozen en nooit meer terugkeerden. Maar hun verhaal is niet dood. Het is springlevend.